B-25C, 42-32285
(FR151)
Het is dan niet een complete Mitchell, maar ik wil haar
toch even vermelden. Op 20 juni 1944 werd FR151 getroffen door
Flak terwijl ze over Frankrijk vloog. De Mitchell stortte neer
nabij Moyenville. Een richtingroer van dit onfortuinlijke
toestel hing jaren in het squadrongebouw VSQ 320 op het
Marine Vliegkamp Valkenburg. Nadat het MVK Valkenburg gesloten werd, is het richtingroer (stuurboordzijde)
in opslag gegaan van het Militair Luchtvaart Museum (MLM) te Soesterberg.
(Met dank voor info aan Peter Kaathoven, Bestuurslid Studiegroep Luchtoorlog 1939-1945)
Sinds eind 2014 is het richtingroer
te bezichtigen in het Nationaal Militair Museum.
Een deel van het richtingroer van de FR151
is nu te vinden in het NMM
B-25D, 42-87261
(FR199)
Een andere incomplete Mitchell, de FR199, hoort wel in het
rijtje 'bewaarde B-25's' thuis. Hiervan zijn de cockpitsectie en het
staartstuk in het Aviodrome te lelystad
nog te vinden. De cockpit is aan de binnenzijde te bewonderden, maar het instrumentenpaneel
is zo te zien nog uit de flight simulator dagen, en heeft niets van doen met een B-25 uitrusting
(vandaar geen foto binnenzijde geplaatst). De 'controle yoke' lijkt op die van een B-25 maar staat op zijn kop
en is heel ruw in elkaar gezet. Het staartsuk van deze machine is in opslag
in de T2 hangaar. Het NMM te Soesterberg zou nog steeds de bakboord motorgondel
inclusief het landinggestel in haar bezit hebben.
De neussectie van 42-87261 in het Aviodrome
Net als Mitchell FR193 van Overloon betreft het hier een
B-25D. De 42-87261 werd met de registratie FR199 geleverd aan
RAF 320 (Dutch) Squadron waar het, net als de FR193, opereerde
vanaf Dunsfold met de code 'NO-N' en als 'NO-M'. Na de oorlog
werd het toestel ondergebracht bij de Marine Luchtvaartdienst
op het Marine Vliegkamp Valkenburg. Hier vloog het respectievelijk
als 'A-22' met de rompcode '1-22', 'M-9' (13-9) en 'B-9' (2-9)
voor het toestel op 8 juli, 1954 werd uitgefaseerd.
De bakboord motorgondel met het landinggestel in het MLM
(Met dank aan Pieter Plomp)
De B-25D
ging vervolgens naar de Technische Hogeschool te Delft. Hier
werd de cockpitsectie in 1975 omgebouwd en gebruikt als vluchtsimulator. In 1993 was de cockpit sectie
te vinden in de hangaar van Rainbow Aviation in Eindhoven en onder beheer van de
'Duke of Brabant Air Force' (DBAF).
De B-25D, 42-87261
(FR199) bij de TH Delft
In maart 1999 werd de cockpit sectie
terug gevraagd door het Aviodome bij Schiphol, waar het in juni 1999 in
een diorama werd geplaats. De cockpit sectie was opgeschilderd als was het een deel van de 'N5-169' welke vermist raakte
op 24 augustus 1944 tijdens een missie naar Larat, Tanimbar eilanden, met 6 bemanningsleden aan boord.
Na de verhuizing van museum naar het Nationaal Luchtvaart-Themapark Aviodrome nabij Lelystad
werd het eerst in opslag geplaatst voor het in 2005 wederom in een diorama werd opgesteld (niet langer als 'N5-169').
Staartstuk van 42-87261 in opslag van het Aviodrome
(Met dank aan Pieter Plomp)
Jelle Hieminga wist mij in 2006 te melden dat een complete
buitenvleugel en een neuspoot met wiel van een Mitchell van de
HTS Haarlem in 1997, mede dankzij zijn bemiddeling, naar de DBAF verhuisden.
Tijdens een bezoek aan het Museum Bevrijdende Vleugels in Best,
vond ik onderstaande onderdelen en te bezichtigen voor het publiek.
Van welke B-25 deze afkomstig zijn is onduidelijk, maar zouden het onderdelen van bovengenoemde 42-87261 kunnen zijn?
Neuswiel opstelling en vleugeldeel van een
B-25 in het Museum Bevrijdende Vleugels
B-25J,
44-31258
Mitchell B-25J-NC, 44-31258 werd in september, 1945 in
dienst genomen door de Nederlandse Luchtmacht om ingezet te
worden in Nederlands Indië.
De Mitchell in het voormalige
Militaire Luchtvaart Museum
In eerste instantie voerde het de
registratie N5-264 bij het 18 Squadron, maar dit veranderde
later in M-464. Vervolgens kwam het toestel in handen van de
nieuwe luchtmacht van Indonesische, de AURI (Angkatan Udara
Republik Indonesia). Bij het 1ste Squadron vloog het ook met
de registratie M-464. De laatste vlucht schijnt gemaakt te
zijn met deze B-25 in 1965.
De cockpit van de
B-25J, nog in het MLM in Soesterberg
Tijdens een bezoek van Prins Bernhard in 1970 aan Indonesië
wist deze een B-25 los te krijgen voor het Militaire
Luchtvaart Museum (MLM) te Soesterberg. Op de luchtmachtbasis
Hussein Sastranegara stonden vijf Mitchell's te wachten om
gesloopt te worden. M-464 werd uitgekozen om naar Nederland
verscheept te worden.
Op 12 mei 1971 kwamen negen grote kisten in de haven van
Rotterdam aan die dezelfde nacht nog naar Soesterberg gingen
voor de herbouw. Op 23 oktober, 1971, werd de B-25 officieel
overgedragen aan het MLM.
44-31258 hangt nu in het Nationaal Militaire Museum
Sinds december 2014 kan M-464 bekeken worden
in het Nationaal Militaire Museum op de voormalige vliegbasis Soesterberg. Hier hangt ze aan het plafond
te glimmen.
B-25J,
44-29507
In volgorde van registratie zou dit toestel vóór de
Mitchell van het MLM behoren te worden genoemd. Maar omdat dit
de enige luchtwaardige Mitchell op Nederlandse bodem is, is
dit een waardige afsluiter van deze pagina.
De B-25J, 44-29507 van de 'Duke
of Brabant Air Force' op Lelystad
Airport.
De B-25-J-20/22-NC, 44-29507, met constructienummer 108-32782,
werd op 28 september 1944 geleverd aan de USAAF bij de Air Training
Command op Moody Field, Georgia. Het heeft de Verenigde Staten niet
verlaten en heeft geen actie gezien tijdens de oorlog. Gedurende begin
1946 schoof het toestel door verschillende eenheden voor het aangepast
werd tot CB-25J om bij de Air University Wing onder gebracht te worden.
In september ging de Amerikaanse luchtmacht zelfstandig verder en werd
los gekoppeld United States Army Airforce. Op 18 januari 1948 kwam de
44-29507 terecht bij de Maintenance Service Unit Repair and Inspections
(MSURI). Na wederom een aanpassing in 1954, nu tot Vip transporter, een
VB-25N raakte haar tijd bij de luchtmacht van Amerika op haar einde. Op
22 juli 1959 werd het toestel verkocht voor $1398 aan een
luchtvaartmaatschappij, met de FAA registratie N3698G, in Tuscon, Arizona.
De inspiratie voor de markeringen
voor de DBAF B-25J, 44-29507
In civiele dienst, kwam het toestel in handen van Verco Tropical Fisheries,
een tropisch vissen bedrijf, die het toestel op 15 maart 1962 kochten voor
$1569,43 (incl. taxes). Maar dan gebeuren er enkele obscure zaken waarbij
de B-25 een rol speelt in de rechtbank om onder andere een vennoot uit te
kopen voor $125. Op 10 april 1970 neemt een ‘Sky-diving’ onderneming haar
over om er parachutesprongen mee uit te voeren. Hiertoe wordt zelfs een
grotere deur aangebracht. In 1972 is het avontuur bij de sky-divers alweer
voorbij.
Naar het schijnt waren niet alle 'operaties' legaal die uitgevoerd
werden met deze voormalige bommenwerper. Als het aluminium eens kon praten!
In 1974 komt de B-25 in handen van een verzamelaar in Paris, Texas, die het
toevoegde aan zijn vloot van vier andere B-25’s. Ook deze periode is in
obscuriteit gehuld, in november 1979 wisselde de kist binnen drie dagen
van verschillende eigenaren.
In haar element, de B-25J 'Sarinah'
(Foto: NickyJ 1972)
Op 6 juni 1981 wordt de B-25 ondergebracht in Baton Rouge, Louisiana.
Deze periode is ook in het duister gehuld. Maar in 1989 werden de eerste
contacten gelegd door de Nederlanders voor een eventuele aanschaf van de
B-25J, 44-44-29507. Op 6 juni, 1989
wordt de Mitchell daadwerkelijk aangeschaft en wordt een Amerikaanse registratie aangevraagd.
Om een registratie in de Verenigde Staten te krijgen wordt via
de in Amerika geregistreerde Amho Corp de nieuwe
registratie verkregen, N320SQ, verwijzend, als eerbetoon, naar het 320 Squadron.
De ferry
vlucht is van 22 tot en met 25 mei, 1990, via Canada, Groenland en IJsland.
Aangekomen in Nederland begint gelijk een grondige restauratie en gaat het
toestel bij de 'Duke of Brabant Air Force' (DBAF) met de naam 'Lotys II'
op de neus, en de 320 Squadron registratie NO-V op de romp een nieuwe carričre tegemoet.
Als B-25D-25, 42-32511 (N5-149)
met de opvallende nose-art, 'Sarinah'
(Foto: Niels van Erck)
Vanwege dat de B-25 ook zeer ruim vertegenwoordigd was in Nederlandse
dienst in Indonesië, werd in 1999 besloten de B-25J als de B-25D-25, 42-32511 (N5-149)
op te schilderen. Sinds die tijd vliegt ze met de naam 'Sarinah' in Europese
luchten. Op de neus is een bevallige naakte dame afgebeeld, die, gelegen
onder een palmboom, de vraag stelt: Plesiran ‘neer.? (wat zoveel betekent
als ‘pleziertje voor meneer?). In 2004 werd door de DBAF besloten op het
verzoek van de Koninklijke Luchtmacht in te gaan en de B-25 onder te brengen
bij de Koninklijke Luchtmacht Historische Vlucht op Gilze-Rijen alwaar het
een beter onderkomen zou hebben. En zo vertrok ze van Eindhoven en verdween
de stichting ‘Duke of Brabant’ uit het beeld. In deze periode werd ook de
Nederlandse registratie PH-XXI verkregen. Laten we hopen dat de oorspronkelijke
initiatiefnemers die de B-25 naar Nederland haalden nog enig zeggenschap hebben
over het toestel, en dat het niet, net als met Spitfire MK732, (ook ondergebracht
bij Koninklijke Luchtmacht Historische Vlucht ) verloren is gegaan voor de mensen
van het eerste uur, en alleen nog toegankelijk wordt voor een klein select gezelschap.
Onderstaande gegevens hebben betrekking op de B-25D Mitchell.
Fabrikant |
North American |
Gebruik |
oppervlakte aanvals bommenwerper |
Motor |
2 x Wright R-2600 |
Vermogen |
1700 pk |
Spanwijdte |
20,59 m |
Lengte |
16,48 m |
Hoogte |
4,82 m |
Vleugeloppervlakte |
56,67 m˛ |
Gewicht |
leeg |
9000 kg |
Geladen |
15.455 kg |
Snelheid
max. |
457 km/u |
Plafond |
6464 m |
Bereik |
2424 km |
Bewapening |
6 x .50 Browning machinegeweren, + 3511 kg bommen |
Bemanning |
5/6 |
Eerste
vlucht |
NA-40; 10 januari, 1939 |
Aantal
gebouwd |
totaal; 9.884 |
BRONNEN
Klik hieronder om naar de homepage te gaan
OF GA TERUG