De B-25B en
Doolittle
Met de B-25A was al een poging gedaan om de bemanning
veiliger te maken. Maar er was een gebrek aan vuurkracht ter
verdediging van het toestel. Achter op de rug en onder de romp
werden Bedix elektrisch bediende geschutskoepels geplaatst. De
koepel onder de romp was intrekbaar en werd bediend door
middel van een op zijn knieën zittende schutter, een
oncomfortabele positie voor langere periode. Het machinegeweer
uit de staart werd verwijderd en er werd een kleinere glazen
koepel ingezet als observatiepost.
De Bendix rugkoepel
met een dubbel .50 machinegeweer
Dat de engineers van North American in de Mitchell twee
koepels kwijt konden zonder teveel verlies aan prestaties van
de B-25 mag een wonder van techniek worden genoemd. Ook wist
North American voor het eind van 1941 honderd B-25B’s te
produceren. In totaal werden er 120 gebouwd waarvan 23 naar de
RAF gingen als de Mitchell Mk I. Zeven B-25B gingen naar
Brazilië. Er waren in eerste instantie 40 B-25B’s bestemd voor
Nederland om te worden ingezet vanuit Nederlands Indië. Maar
door de snelle opmars van Japan werden de toestellen
ondergebracht bij de Amerikaanse 13th en 19th Bomb Squadron
van de 3th Bomb Group.
De Doolittle
Raid
Al snel na Pearl Harbor werd een plan opgesteld om Japan
onverhoeds te treffen. Er waren al verschillende plannen
gesuggereerd, maar Capt. Francis L. Low, officier Operaties
onder Admiral King van de Navy Department werkte de eerste
echte plannen, samen met King, uit in januari 1942. In eerste
instantie was gekozen voor B-18 bommenwerpers om vanaf een
vliegdekschip te starten, maar de reikwijdte van het toestel
was te kort. Er was berekend dat de vliegtuigen minimaal 500
kilometer uit de kust gelanceerd moesten worden. De B-23 was
een optie, maar de spanwijdte was te breed om het ‘eiland’ van
het vliegdekschip te passeren. Ook de B-26 werd onderzocht,
maar die had een lange starbaan nodig. De keus viel op de
B-25B.
James 'Jimmy' H.
Doolittle
Hap Arnold, generaal van de Army Air Force, was
enthousiast voor het project en koos persoonlijk Lt.Col. James
H. Doolittle om de toekomstige raid te leiden. Doolittle was
een bekende Amerikaanse luchtheld die in 1925 de Schneider Trophy
had gewonnen voor de Verenigde Staten.
De bemanningen voor de toekomstige raid werden uit
vrijwilligers gesorteerd, zonder
te weten wat hun missie was, die al ervaring hadden opgedaan
met de B-25. Zodoende kwamen de meeste mannen van de 17th
Bombardment Group. Gedurende de maand maart werd er geoefend
vanaf een stripje dat de lengte had van het vliegdekschip ‘USS
Hornet’ dat aangebracht was op een baan van de vliegbasis
Eglin Field, Florida.
Doolittle bevestigt
een Japanse medaille aan een 500
ponder
Het Norden bomrichtsysteem werd
verwijderd. Het was op de lage hoogte die de operatie vergde
nutteloos, verder was de Norden in die periode nog topgeheim
en door deze aanval was het mogelijk dat Japan de Norden in
handen kreeg. Captain C. Ross Greening stelde voor om het te
vervangen door een simpele constructie uit twee stukken
aluminium dat de naam ‘Mark Twain’ kreeg en niet meer koste
dan 20 dollarcent. Captain C. Ross Greening kwam ook met het
idee om twee bezemstelen zwart te verven en deze in de staart
te plaatsten alsof het .50 machinegeweren waren, dit om
eventueel overmoedige Japanse jagers af te schrikken. De
onderste geschutskoepel werd op verzoek van Doolittle
verwijderd om gewicht te besparen. En er werden extra
brandstoftanks aangebracht in januari 1942 in een hangaar op
Wold-Chamberlin Field, Minneapolis. In plaats van de standaard 2627 liter
brandstof kon de B-25B van Doolittle zijn eenheid 4319 liter
aan brandstof meenemen.
De Taskforce onderweg,...
De bommenlast zou bestaan uit 1000 kg aan bommen per
toestel. De meeste bommenwerpers hadden drie hoog explosieve bommen
van 250 kilo aan boord. Teven was er 250 kilo aan brandbommen in het bommenruim,
welke samengebundeld waren maar, na
het laten vallen, uiteenvielen om een groot bereik te hebben.
Aan vijf bommen waren zogenaamde 'vriendschap' medailles vastgebonden,
ooit voor de oorlog uitgereikt aan Amerikaans militair personeel,
door de Japanse regering, gingen deze nu 'return to sender'.
Er waren 16
B-25B’s aan boord gebracht van de USS Hornet, één meer dan
gepland. De extra B-25B was om de bemanningen te laten zien
dat het heel goed mogelijk was om een Mitchell te laten
starten vanaf een vliegdekschip. Menig piloot had weinig
vertrouwen in de korte startbaan, ondanks hun training.
De motoren worden warmgedraaid,...
let op de 'bezemstelen als staartgeschut'
Taskforce 16 vertrok op 2 april 1942 vanuit San Francisco.
In de middag werd iedereen verteld wat het doel was van hun
missie,… Tokio, Japan! Op 3 april besloot Doolittle toch de
extra B-25 aan boord niet te laten vertrekken naar het
vasteland maar als reserve toestel mee te nemen. Op 10 april wist
Japan, door onderschepte berichten, dat er een vlooteenheid
richting Japan onderweg was, maar het doel was onduidelijk.
De missie is onderweg, de B-25B's
verlaten de USS Hornet,...
Op 18 april vingen radiobedieners berichten op van een
Japans schip dat de Taskforce gezien had. Begeleidende kruiser
Nashville wist het schip te zinken. Er van uitgaand dat de
Japanners nu gewaarschuwd konden zijn, werd besloten direct te
starten met de operatie. Tien uur voor het geplande vertrek
verliet de eerste B-25B, met Doolittle als piloot, het
rollende dek van de USS Hornet om 8.18 uur in de ochtend. Een
hele prestatie voor een vliegtuig dat ruim 14.000 kg woog! Na
een uur waren alle 16 B-25B's los van het dek. Bij de laatste
start gebeurde nog een drama toen een man aan dek gegrepen
werd door een draaiende propeller en zijn arm verloor.
Tokio gezien vanaf de
gezagvoerder zijn positie,...
Omdat men nu eerder gestart was dan berekend was het
onzeker of de brandstof toereikend zou blijken te zijn om
China te halen. De vlucht op zeer lage hoogte naar Japan was zonder problemen.
Nabij Tokio werden enkele trainingsvliegtuigen gezien, maar
geen Japanse jachtvliegtuigen. Ook het afweergeschut zweeg.
Lt.Col. James H. Doolittle
(4de van rechts) en zijn bemanning in China
Het was rond twaalf toen Doolittle zijn B-25B optrok naar 1200
voet (400 meter) en zijn eerst bommen liet vallen. Al snel liet iedere
bommenwerper haar last vallen op het doel en men vloog snel
door richting China en Rusland. Maar het was een lange vlucht.
In het donker kon men de uitgezette bakens niet vinden.
Doolittle en zijn bemanning verliet na 13 uur de bommenwerper
per parachute. Hij bleek in China te zijn geland.
De B-25B, 40-2242 welke in Rusland landde na de raid
Ook de ander
bemanningen verlieten hun toestel per parachute over China of
maakten een noodlanding. Eén B-25B, de 40-2242, dat sneller door de
brandstof heen was, landde in Rusland. Toch vielen acht mannen
in Japanse handen, waarvan drie geëxecuteerd werden op 15 oktober 1942, één
stierf in gevangenschap, de laatste vier kwamen pas na de
oorlog vrij.
Lt. Robert L. Hite,
co-piloot van B-25, 40-2268 ’Bat out of Hell’,
34th Bomb Squadron
overleefde zijn gevangenschap
De aanval op Tokio was een groot succes, niet vanwege de
schade, maar vanwege de enorme geestelijke oppepper voor
Amerika. Na de aanval hield Japan vier jachtvliegtuig groepen
in Japan, om een eventuele herhaling op te kunnen vangen,
terwijl die eigenlijk dringend nodig waren in de
strijd om de Stille Oceaan.
Doolittle keerde terug naar Amerika en ontving het
Congressional Medal of Honor voor zijn inspirerende daad.
Later zou Doolittle commandant worden van het 8th, de 12th en
het 15th US Air Force.
Iedere krant in Amerika
opende met het nieuws over de aanval op Japan
Op de volgende bladzijde het vervolg van de varianten van
de B-25,
met onder andere aandacht voor de B-25C/D 'G', 'H' en 'J'
versie.
Klik op de foto
hieronder van een B-25C, 12th BG,
en u 'schiet' er
naartoe!